Aanmaken van contexten
Het aanmaken van workflows van een project is verschillend voor de nieuwe formulieren en de oude formulieren. Op deze pagina wordt uitgelegd hoe je een workflow aanmaakt voor de twee type formulieren. Gebruik deze links:
Toevoegen van contexten
In het contexten overzicht, bereikbaar via het zijmenu voor leidinggevende gebruikers, kan je de contexten beheren.
Je kan zelf contexten toevoegen en wijzigen. Elke context heeft een naam een groep en een type.
De groep wordt gebruikt om op te filteren in het zoeken naar formulieren of tijdens de rapportage. Er zijn verschillende standaard groepen. Het is niet mogelijk om een eigen groep aan te maken.

Het type een een tekst, tijdsperiode of locatie.

Oude formulieren
De formulieren hebben altijd twee contexten, een object en een onderdeel.
Aanmaken van onderdelen
Voor het aanmaken van onderdelen, navigeer via de navigatie balk naar onderdelen. Op deze pagina zie je een overzicht van alle onderdelen welke zijn aangemaakt voor de inrichting van jouw discipline. Boven het onderdelen overzicht vind je verschillende beschikbare functies: Het toevoegen, importeren, wijzigen en verwijderen van onderdelen. In dit geval navigeren we naar Toevoegen.

Via de knop Toevoegen krijg je een dialoog te zien om een nieuw onderdeel toe toe voegen. De gebruiker geeft de naam van het nieuwe onderdeel op, en optioneel start & einddatum van het onderdeel op met een omschrijving. Tot slot wordt het toevoegen van een nieuw onderdeel bevestigd met de groene knop Toevoegen.


Na het uitvoeren van de functie, kan de gebruik Terug navigeren, om het nieuwe onderdeel in het onderdelen overzicht te zien.

Nu het nieuwe onderdeel is aangemaakt kan het binnen het hele project gebruikt worden om Formulieren voor aan te maken! Herhaal dit totdat de volledige structuur van de gewenste taakverdeling aangemaakt is in de vorm van Onderdelen.
Aanmaken van objecten
Voor het aanmaken van objecten, navigeer via de navigatie balk naar objecten. Op deze pagina zie je een overzicht van alle objecten welke zijn aangemaakt voor de inrichting van jouw discipline. Boven het objecten overzicht vind je verschillende beschikbare functies: Het toevoegen, importeren, wijzigen en verwijderen van objecten. In dit geval navigeren we naar Toevoegen.

Via de knop Toevoegen krijg je een dialoog te zien om een nieuw object toe toe voegen. De gebruiker geeft de naam van het nieuwe object op, en optioneel een beschrijving. Daarnaast is het mogelijk om aan te geven of het object ook voor andere disciplines zichtbaar moet zijn. Tot slot wordt het toevoegen van een nieuw onderdeel bevestigd met de groene knop Toevoegen.
Door meerdere objecten te selecteren bij het toevoegen, is het mogelijk om een object makkelijk te selecteren vanuit meerdere disciplines! Zo kunnen multi-disciplinaire werkzaamheden samen op een enkel object gekoppeld worden! Dit maakt opleveren per object, en voortgang bijhouden per object makkelijk.


Na het uitvoeren van de functie, kan de gebruik Terug navigeren, om het nieuwe Object in het objecten overzicht te zien.

Nu het nieuwe object is aangemaakt kan het binnen het hele project gebruikt worden om Formulieren voor aan te maken! Herhaal dit totdat de volledige structuur van de gewenste taakverdeling aangemaakt is in de vorm van Objecten.